“Ik mag deze zomer met Omi en Opi mee naar Thailand!!!”
Ze roept het luidkeels en springend als ik nog maar net de hoek om rij om haar op te halen voor een logeerpartijtje. Van Antwerpen tot Kloosterzande gaat het maar over één onderwerp: haar verwachtingen, haar opwinding, haar vragen en ook wel een beetje haar zenuwen.
Thuis halen moemoe en pepe letterlijk alles uit de kast wat haar een idee kan geven van wat haar te wachten staat. Er komt zelfs een Thaise salade op tafel. Ze moet zoveel verwerken dat ze een gat in de volgende ochtend slaapt.
Samen gaan we na het ontbijt naar het strandje wandelen, we beklimmen de radartoren van Kreverhille en bij de auto stel ik langs mijn neus weg voor om “even” tot in Thailand te rijden voor een voorproefje. “Kan dat dan?” Grote ogen. “Natuurlijk meid, ik kom daar regelmatig om mijn aardappels en uien te kopen”. Daar moet ze even over nadenken.
Tot ze dit bord in de gaten krijgt. “Zèèèèèèèg …”
Ze zou me intussen toch al een beetje beter moeten kennen …
